Uit het leven

Jan Glissenaar, op 8 mei op zesentachtigjarige leeftijd in zijn woonplaats Montfoort overleden, ontdekte als dienstplichtig militair in Indonesië dat hij vocht voor een verkeerde zaak. Deserteren durfde hij niet, maar het schuldgevoel bleef knagen. De rest van zijn leven wijdde de voormalige slagersknecht aan de armen en vertrapten in de Derde Wereld. Hij reisde naar Afrika, Azië, het Midden-Oosten en Latijns-Amerika om daklozen en boeren zonder land te steunen in hun strijd. Zij waren geen zielige slachtoffers maar bewonderenswaardige mensen die hun lot in eigen handen namen. En daar schreef hij over in boeken en artikelen.

Te veel goedbedoelde ontwikkelingsprojecten, van waterputten tot veehouderij, zijn mislukt, zei hij, omdat zij van bovenaf waren opgelegd en niet vanuit de mensen zelf waren ontstaan. ‘Geld is de dood van de ontwikkeling,’ zei hij. Hij werd geïnspireerd door de bevrijdingstheologie die liefde en zorg voor de armen beschouwt als de kern van...