Vandaag sprak het Joegoslavië-tribunaal de Servische nationalist Vojislav Seselj vrij van van misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Maar hij was geen lieverdje, zoals wel blijkt uit deze reportage uit 1997, toen hij burgemeester en presidentskandidaat was.

Dit artikel verscheen voor het eerst op 29 november 1997

In Zemun, een stad niet ver van Belgrado, werden deze zomer Kroatische gezinnen uit hun huis gezet. Een granaat verwoestte de fotokopiewinkel van een man
die tegen de uitzettingen had geprotesteerd. De burgemeester moest er, toen hij de volgende dag met zijn lijfwachten langs de winkel kwam, hartelijk om lachen.
Het stadsbestuur verhuurde de synagoge, die alleen voor ‘culturele activiteiten’ zou worden gebruikt – dat was afgesproken met de weinige Joden die na de
holocaust waren overgebleven in de stad – aan een ondernemer die er een nachtclub van maakte. Een priester van de Servisch-orthodoxe kerk kwam de nieuwe
zaak inwijden.

Kort daarna werden...