Stephan Sanders duidt het nieuws. Deze week: de socioloog mag er ‘menselijk kapitaal’ in zien, op het eerste en tweede gezicht zijn vluchtelingen zwaar getraumatiseerd.

Niet van dat benauwde. Er zijn geen problemen, er zijn alleen maar uitdagingen. Of, zoals migratiespecialist Leo Lucassen met zoveel woorden zegt in NRC: vluchtelingen zijn geen zeehondjes die je moet knuffelen – kan dat eigenlijk met zeehondjes? – en ook geen wolven die ons bedreigen, vluchtelingen vertegenwoordigen een enorme hoeveelheid ‘menselijk kapitaal’, en het is aan ons, ontvangende partij, om daar optimaal van te profiteren.

Dit is de blijmoedige benadering, en ik hoor meteen de makelaar, ergens in Zuid-Frankrijk, die je langs een ruïne van stenen voert, waar met heel veel goede wil de contouren in te zien zijn van wat ooit een huis was. Maar kijk eens beter: het is een ‘opknappertje’.

Mensen worden niet creatiever of grappiger van vluchten. De socioloog mag er, op de lange termijn dan, ‘menselijk kapitaal’ in zien, op het eerste en ook het tweede gezicht zijn vluchtelingen zwaar getraumatiseerd. Waar is mijn huis? Kapot gebombardeerd. Waar is mijn neef? Dood. Waar is mijn taal? Achtergebleven in het kapot gebombardeerde huis waar de neef elke zondag kwam. De meeste Nederlanders lukt het met hangen en wurgen drie weken met vakantie te gaan, en de laatste drie dagen hebben ze het best aardig, met uitzicht op die terugkeer. Maar nu is het geen vakantie, en terugkeer is voor onbepaalde tijd onmogelijk. Bovendien hebben die vluchtende ogen gruwelen gezien, die ze meteen hebben verdrongen, want er moest weer een dagmars worden afgelegd, een trein gemist. Maar zodra ze even zitten en iemand ze thee geeft en een veldbed en de acute nood vermindert, komen die beelden tot leven, en dan ook goed. Dit ‘menselijk kapitaal’ is zwaar beschadigd, en zodra het iets beter gaat, gaat het meteen ook slechter, want wat is er vernederender dan het leven dat van jou leek, te moeten opgeven; en de woede, die eerst nog getemperd werd door de noodzaak te overleven wordt pas echt geactiveerd wanneer het ergste achter de rug is en het tot je doordringt dat er geen vergissing is begaan, maar dat dit je werkelijkheid is.

Vluchtelingen zijn ook geen cavia’s die je aan je dochtertje belooft in het volwassen besef dat die beesten altijd binnen de kortste keren het loodje leggen – ik bedoel, die ellende valt te overzien.

Vluchtelingen zijn ook geen cavia’s die je aan je dochtertje belooft in het volwassen besef dat die beesten altijd binnen de kortste keren het loodje leggen – ik bedoel, die ellende valt te overzien. Dat nu is bij vluchtelingen niet het geval. Ik hoop dat al de Leo Lucassens van de wereld met het mooie, hartverwarmende standpunt ook de daad bij het woord voegen en blijven voegen, want een keer een lunch met vluchtelingen is een verrijking, drie keer is corvee en jarenlang een regelrechte belasting. Kunnen al die opgewekte can do-mensen in Nederland het aan? Ik bedoel niet nu, in de opwelling van het zelfstrelende gevoel, maar ook straks, als de nieuwigheid eraf is en de goedgeefsheid een dure plicht is geworden en niemand zich dankbaar toont. Want één ding kan niet: eerst in huis nemen, of in het land, en dan bij nader inzien liever, sorry, toch niet. Ook als het niet leuk meer is en alles alleen maar tegenvalt kun je de geadopteerde/het pleegkind/de vluchteling niet retour sturen, want er is geen mogelijkheid van retour.

Ik word gek van die gekmakende luchthartigheid van: doen we even, het is maar 0,3 procent op het totaal van heel veel. Ja, maar het zal maar net jouw 0,3 procent zijn.

Dan maar muren en hekken? Nee, de beschaafde wereld heeft de plicht de mensen die de onbeschaving ontvluchten te helpen; maar bij die plicht hoort de inschatting of het ook maar enigszins tot de mogelijkheden behoort dat deze man of vrouw het hier, in dit land, op middellange termijn zal redden. ‘Menselijk kapitaal’ vind ik hoog gegrepen. Onmenselijk ongeluk omzetten in gewoon, dagelijks ongeluk is al mooi.