(naar)Geestige debuutroman

Een aangename slapte karakteriseert de hoofdpersoon van Henk van Stratens debuutroman. Hij is schrijver, deze Chris Hoop, en hij wíl wel achter zijn computer kruipen om aan zijn nieuwe boek te werken, maar andere krachten zijn sterker. Zoals de zwaar getatoeëerde buurman Dave, die dagelijks binnenvalt met een slechte film die dringend bekeken moet worden. En de ex die plotseling met Hoops zoontje voor de deur staat omdat het zijn oppasdag blijkt te zijn. De sterkste tegenstrever in Hoops schrijversaspiraties is de bar van hotel Malibu aan de overkant; vanuit zijn raam kan hij de barklanten dag en nacht zien zitten.

Van Straten schept in Ik Ben De Regen een even geestig als naargeestig wereldje waar ook de lezer willoos in wegzakt. ‘Ik was moe en enigszins katerig. Maar nou en? Wat zou het? Het hoofdpersonage was dus moe en katerig. Goed. Prima. Volgende zin. Volgende passage.’

Maar dit Bukowski-achtige roesboek probeert ook een soort thriller te zijn....