Sport

Als ik de aantrekkingskracht van voetbal probeer te verklaren, denk ik al snel aan een tafelrand. Want: hoe heerlijk het vooruitzicht van een grasvlakte zonder meubels om je aan te stoten. Honderd bij vijftig meter gevuld met niets – de grootste vrijheid die een mens zich kan wensen.

In zijn populair-wetenschappelijke studie naar de aantrekkingskracht van voetbal – The Soccer Tribe (1981), vertaald als Spel om de bal – somde de Britse zoöloog en schrijver Desmond Morris een aantal redenen op voor de lokroep van voetbal. Kernpunt leek voor hem de eenvoud te zijn. Een voetballer mag afgezien van enkele verboden zowat alles om zijn doel – de bal in het reusachtige net aan de overkant – te bereiken. Juist omdat die vlakte zo groot is en de spelers door zo weinig worden gehinderd, beschikken zij over ongekend veel keuzemogelijkheden. Wat vermoedelijk weer de reden is waarom er eindeloos lang over kan worden gesoebat.

Hands, een tegenstander opzettelijk pijn doen, buitenspel: veel...