In zijn vierde boek ‘Vis’ laat Anton Valens zien dat hij ook het langere werk aankan. Een werkloze kunstenaar probeert het ruige leven op een kotter uit. Maar voelt zich toch meer verwant met een inktvis.

‘Dat benne z’n darmpies’

Op het voorplat van Anton Valens’ novelle Vis staat vermoedelijk een foto van een technisch onderdeel van een watervoertuig. Ik lees binnenin het boek dat Leo Divendal de fotograaf is. Misschien is het wel een erg mooie foto, maar ik kan dat niet bevestigen, want op het hart van de afbeelding prijkt – schuin aangebracht – een grote witte sticker. Wie die verwijdert, beschadigt het boek – zo’n sticker is het. Je reinste hooliganisme, als je het mij vraagt. En respectloos jegens het besprekersvolk, dat kennelijk geacht wordt een verminkt recensie-exemplaar in de kast te willen dulden.

De enige verzachtende omstandigheid die ik kan bedenken voor dit wangedrag van uitgeverij Augustus is dat het, bij wijze van schokeffect, extra aandacht vraagt...