Van steun aan Griekenland worden we zelf uiteindelijk beter, betoogde Jan Kees de Jager in 2010. In vijf jaar tijd maakten alle politieke partijen meerdere U-bochten.

Een van mijn afwijkingen is dat ik in de zomervakantie graag oude Kamerdebatten doorlees. Liefst wel debatten met een link naar de actualiteit. Leerzaam, want dan zie je hoe de argumenten die politici gebruiken aan verandering onderhevig zijn. Onder druk wordt alles vloeibaar.

Goed voorbeeld is de geschiedenis van de Kamerdebatten over Griekenland. We schrijven 7 mei 2010. Een jaar daarvoor heeft de sociaaldemocratische premier Giorgos Papandreou opgebiecht dat de bakermat van de democratie jarenlang met de begrotingscijfers heeft gesjoemeld. Het Griekse financieringstekort is veel groter dan aan Brussel werd gemeld. Gevolg: het land kan niet meer op de kapitaalmarkt lenen en klopt voor steun bij de EU en het IMF aan. 110 miljard euro is nodig, waarvan Nederland zo’n 5 miljard moet ophoesten.

Tot groot verdriet...