Fotodocument

Ineens stond hij weer in de woonkamer van zijn jeugd, te midden van een berg paperassen. Daarboven schitterden de felle kleuren van het barokke behang vol vogels, vlinders en tropische planten. Een meter rotzooi, dan begon het paradijs.

Eenentwintig jaar na de vlucht uit zijn ouderlijk huis liep fotograaf Eddo Hartmann (1973) weer door de kamers van het statige grachtenpand waarin hij opgroeide. Onder een dikke laag folders, brieven en boeken stond het meubilair nog precies zoals hij het op 17 oktober 1987 achterliet, toen hij met zijn moeder en broer wegvluchtte na een lange periode van mishandeling. ‘Het was alsof ik in een speelfilm liep,’ zegt Hartmann in zijn werkruimte in Amsterdam-Noord. ‘In één klap werd ik teruggezet in de tijd. Het was een onbeschrijfelijke chaos, maar ik herkende alles meteen. Het leek alsof er een bom op het huis was gevallen en je de aanwezigheid van de mensen nog voelde. Ik zag de kuilen in de bank waar ik ooit op had gezeten, de plek...