Het viel niet helemaal uit te sluiten dat ik voor het eerst van mijn kiesgerechtigde leven zou stemmen op een partij met een duidelijke christelijke signatuur.

Nee, niet de ChristenUnie, ik weet dat die club vooral bij links ineens salonfähig is, maar als eenvoudige homo moet je toch behoorlijk masochistisch zijn om uitgerekend die bijbelvaste gezinssalon te willen bezoeken. Ik dacht, of nee, ik twijfelde, of eigenlijk meer, ik redeneerde dat de christendemocratische ideologie mij als ongelovige niet veel te vertellen had, maar dat ik me wel kon verenigen met de politieke praktijk – van het CDA dus. ‘Niets staat nog vast,’ sprak ik mijzelf moed in, ‘je probeert alleen een denkspoor te volgen, en waarom zou je bij voorbaat …’ Tegelijkertijd stak er in mijn innerlijk een storm op, want CDA-stemmers, dat waren per definitie de anderen, dat was niet ik. Persoonlijkheidscrisis.

En toen, alsof god zelf ingreep, werden de uitspraken van minister Donner bekend over de...