Fotodocument

Verdriet is iets wat je wegstopt achter een zonnebril of onder een zwarte sluier. Sluiers zijn in onbruik, maar als ik ooit nog een geliefd iemand moet begraven, dan trek ik er eentje over mijn hoofd. Mijn manier om te zeggen: ik ben er niet. Kijk niet naar mij.

Niets is zo intiem als verdriet. Je bent je huid kwijt; je wordt door de blik van de ander verschroeid. Je bent bang, je moet alles opnieuw leren, je bent uitgeput. Het liefst wil je je verbergen, in een hotelkamer bijvoorbeeld, waar je niet hoeft te antwoorden op de vraag: ‘Hoe gaat het met je?’ Of op de vraag: ‘Voel je je al beter?’ Waar je niet dapper moet glimlachen, waar je de pijn niet hoeft te verbijten, waar je niet hoeft te luisteren naar verhalen over verlies of ziekte door anderen geleden, waar je geen interesse hoeft te veinzen, waar je je kunt laten gaan. Een nergens dat overal kan zijn: Tokio, Kuala Lumpur, Dakar, Amsterdam, New York.

Er hoort een minibar bij met veel te dure flesjes...