Op 1 juli bestond het Non Proliferatieverdrag (NPV) veertig jaar. Het verdrag wordt beschouwd als hoeksteen van het hele stelsel van wapenbeheersingsverdragen, in het bijzonder massavernietigingswapens. Je kunt het een succesvol verdrag noemen omdat het zo oud is, maar juist door vergrijzing maakt het ook zware tijden door.

Wat houdt het in?
Landen die in 1968 atoomwapens hadden, mochten die houden. Dat waren de VS, de toenmalige Sovjetunie, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en China. Ondertekenaars van het verdrag beloofden nooit kernwapens te zullen bezitten, in ruil voor toegang tot nucleaire technologie voor vreedzame doeleinden (elektriciteitsopwekking bijvoorbeeld). Ook moesten de vijf ‘haves’ beloven om serieus te onderhandelen over uiteindelijke totale ontwapening: de kernwapenvrije wereld blijft het einddoel. Toezicht is in handen van het Internationaal Atoomagentschap.

Een succes?
Ja, als je bedenkt dat er zonder het verdrag misschien nu wel 20 of 30 kernwapenstaten waren...