Ze kunnen geen kant uit, de driehonderdvijftig Palestijnen in het vluchtelingenkamp langs de hoofdweg tussen Bagdad en Damascus. Terug naar Bagdad is uitgesloten. Ze zijn uit de hoofdstad van Irak weggevlucht om te ontkomen aan de vervolging waaraan Palestijnen blootstaan sinds de val van Saddam Hoessein in 2003. Onder de dictator, voor wie elke vijand van Israël en Amerika een vriend was, verging het hun redelijk. Hoewel geen Iraaks staatsburger hadden ze het voorrecht in Irak te mogen werken en studeren, waardoor zij nu in de ogen van Hoesseins slachtoffers collaborateurs van diens regime zijn geweest. Naar Damascus kan ook niet. Hoewel de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR Syrië prijst om zijn ‘voorbeeldrol’ in de opvang van Irakezen die de burgeroorlog ontvluchten, blijft de grens voor de Palestijnen uit Irak gesloten. In tegenstelling tot de andere vluchtelingen hebben zij geen land waarnaar ze kunnen terugkeren. Eenmaal in Syrië is dan bijna zeker altijd in Syrië, en...