Als er iets aan betekenisverruiming onderhevig is, dan is het wel de term ‘cuckold’. Het begon met een echte koekoek, werd een angst voor liefdesrivalen in de middeleeuwen, toen een seksuele fetisj met bijbehorend pornogenre en vervolgens een scheldwoord voor alles wat niet alt-right en anti-feministisch genoeg was. Daarna betekende het niets meer.

Mannen met ontrouwe vrouwen werden op oude schilderijen en spotprenten vaak afgebeeld met een gewei op hun hoofd, of met twee pesterig opgestoken vingers erachter. Een verwijzing naar de paringsgewoontes van het hert, zo leerde ik, die na een verloren gevecht lijdzaam toekijkt hoe de concurrent met zijn schatje aan de boemel gaat. The horns of a cuckold — nóg meer dierensymboliek, afgeleid van het Oud-Franse cucu. Want de koekoek, een schijn-overspelig vogeltje, legt haar eieren in de nesten van andere vogels en laat haar kroost vervolgens door hen uitbroeden en grootbrengen. Een enorm schrikbeeld voor de middeleeuwse mens, die...