Vorige week was ik in het Vakbonds­museum in Amsterdam. Er was een debat over solidariteit tussen generaties en eigenlijk over de toekomst voor de vakbonden. Terwijl je wacht op aanvang, dwaal je wel eens rond met je gedachten en ogen. Naar de muurschilderingen en teksten van Richard Roland Holst bijvoorbeeld. Kloeke arbeiders en fiere vrouwen, starend naar de einder, hier en daar een vuist of arm geheven.

‘Strijdvaardigheid.’ ‘Solidariteit weerstaat ook de lonkende stem van het goud.’ ‘Broederschap.’ ‘De daad der aansluiting opent het nieuwe leven van broederschap en moed.’ ‘Offervaardigheid.’

Potdomme, wat een teksten. Sta je daar met je ‘fair solidair’ en ‘empowerment van de flexwerker’. Je verenigen, organiseren of ‘aansluiten’, zoals dat heette, was rond de vorige eeuwwisseling een zaak van leven of dood. Totdat er vakbonden waren, konden grootkapitalisten ongestoord arbeiders uitbuiten, mishandelen en dumpen. Pas toen arbeiders zich verenigden...