Ik dacht dat ik mijn huis liet verbouwen, dat ik het oude door het nieuwe ging vervangen, maar wat er gebeurt, is dat juist het oude leven weer te voorschijn komt. Achter in de kasten vond ik boeken, schriften, brieven, die ik al die tijd niet gemist had, maar die ik nu toch niet weg kon gooien.

Veel brieven van moeder, hemelpost lijkt het wel nu ze een paar jaar dood is, met soms, nog langer geleden want nog langer dood, een regeltje van vader. De opbouw van de typische brief is: vier kantjes moeder, die precies twee regels overhoudt voor vader. Die is dus noodgedwongen kort van stof.

‘Als je het financieel niet redt, bel of schrijf me dan!’

‘Mocht je het alleen niet rooien, weet dat je altijd bij me terecht kan.’

Ik heb die boodschappen van mijn vader consequent over het hoofd gezien. Met de blik van nu denk ik dat hij vroeg: ‘Red het financieel niet. Kom bij me terecht, heb me nodig.’ Ik heb daar manmoedig overheen gelezen.

Ik had een zeer pratende moeder, ik werd een pratende...