Het persoonlijk leven hoort het professionele leven te beïnvloeden, daar is Simone van Saarloos van overtuigd. Dus ook aan vaders de vraag: hoe combineer je werk en zorg? En: voel je je niet schuldig?

‘Ik krijg complimenten dat ik zo betrokken ben.’ Bakker Issa kijkt met grote ogen over de toonbank. Hij stuitert alsof hij XTC heeft geslikt, maar het komt door de geboorte van zijn zoon, zes weken geleden. De baby draagt de achternaam van zijn vrouw. ‘En dat was nog moeilijk te regelen.’

Onlangs bracht de Amerikaanse oorlogsfotograaf Lynsey Addario een bezoek aan Nederland. Na zestien jaar reizen in Afghanistan, Libië en Sierra Leone presenteerde ze haar boek Dit is wat ik doe. Zeker een kwart van de vragen die de interviewer (m) stelde, ging over haar zoontje. Bijvoorbeeld: wat vindt hij van het beroep van zijn moeder? (‘Hij denkt vooral aan de cupcakes die ik maak.’) Nou ben ik ervan overtuigd dat het persoonlijk leven het professionele hoort te beïnvloeden. Wie niet ook door kleine dagelijkse dingen wordt gestuurd, heeft een goddelijke positie. In de mensenwereld bestaat die hoogte alleen wanneer anderen sloven. Tijd dus om de standaardvragen – hoe combineer je werk en zorg? Voel je je niet schuldig? – te stellen aan vaders, bekend van hun werk.

Misdaadverslaggever Peter R. de Vries (dochter van 29 en zoon van 27): ‘Overall heb ik het goed kunnen managen.’ Hij werkte vanuit huis en bracht de kinderen naar school, ‘Maar mijn vrouw was er echt ieder moment. We hadden onze eigen dingen: ik nam ze mee duiken en coachte het voetbalteam van mijn zoon. Buitenlandtripjes voor werk werden afgestemd op het wedstrijdschema.’ Zijn kinderen zijn nuchter over het beroep van hun vader. ‘Ik vond het ooit wel erg dat mijn dochter op televisie zag hoe ik werd bedreigd, maar zij snoof en lachte de agressor uit: “Dat had hij gedroomd.” Niet voor niets noemt Peter R. zijn kinderen ‘de verbeterde uitvoering van mijzelf.’

Hoewel ik inmiddels zin krijg om vader te worden, staak ik mijn rondgang.Acteur Dragan Bakema ziet ook iets van zichzelf in zijn tweejarige dochter Lola. Nadat we hebben opgehangen, bericht hij nog na: ‘Je vroeg of ze op mij lijkt. Ja, ze is autonoom.’ En daarna: ‘Wat natuurlijk pure zelfprojectie is hahahahahaha!’
Zijn vriendin Kiki stopte met werken, ‘zij is gemaakt voor het moederschap.’ Maar hijzelf wilde ook graag, ‘al sinds mijn zeventiende’. Voor zijn werk zit hij steeds in een ander huis of hotel. Wanneer Lola en Kiki komen, eten ze in dezelfde opstelling. ‘Ik zit graag aan het hoofd, maar als er een kinderstoeltje is, zit Lola aan het hoofd. Dan zit ik rechts en Kiki links. Ik vind vaderschap een veel mooiere rol dan elke andere rol die ik ooit heb gespeeld.’
Maar hij zou het nooit alleen willen doen. ‘Alles samen, zegt Lola altijd.’

Hoewel ik inmiddels zin krijg om vader te worden, staak ik mijn telefonische rondgang halverwege omdat de NOS ineens eenzelfde project blijkt te hebben opgezet door topmannen de vragen te stellen die topvrouwen altijd krijgen. Soms is je eigen gebrek aan originaliteit een opluchting.

Misschien komt het vlammend vader-enthousiasme voort uit het feit dat er nauwelijks naar wordt gevraagd. Misschien is het omgekeerde emancipatie: moederzijn was lang zo gemiddeld en vanzelfsprekend dat vrouwen nu pas met het bijbehorend gedoe naar buiten komen (Trouw-columnist Marjolijn van Heemstra schreef over ontstoken hechtingen en kreeg van lezers te horen dat ze niet moest zeuren: haar kind was toch gezond geboren?), terwijl vaderzijn een leuk nieuwtje is (ja, ook fenomenen die duizenden jaren bestaan kunnen nieuw zijn: homoseksualiteit bestaat pas honderdvijftig jaar als identiteitskader en de clitoris wordt pas sinds 1844 in medische boeken erkend).

Op Internationale Vrouwendag trad ik op in een cultureel centrum. Directeur Daphne vertelt dat het, ondanks bezuinigingen, goed gaat. Haar succesformule luidt: ‘Ik doe alles altijd met frisse tegenzin. Dan zit er een stijgende lijn in de dag.’ Zowel privé als op werk geldt: ‘Aan de mensen die het leuk vinden, moet je het niet overlaten.’