Het Krijgsbedrijf van de vorige week overleden journalist/dichter Jan Eij­kel­boom moet in het rantsoen van iedere Uruz­gan-ganger. Eijkelboom werkte voor Vrij Neder­land, was er een tijdje adjunct-hoofdredacteur en richtte met anderen het literaire blad Tirade op. Voor zijn ervaringen op het slagveld putte hij uit vijf praktijkjaren Indië, dat hij ondanks de politionele acties – oorlog mocht het niet heten – in een onafhankelijk Indonesië zag veranderen.

Met een mengeling van berusting, ironie en scherp observatietalent schildert hij het krijgsbedrijf – alsof het om Uruzgan zestig jaar later gaat. Hij laat een colonne uit een kampong in Java optrekken naar de heuvels alsof het om de Alfacompagnie gaat die Deh Rawod verlaat. Eijkelboom laat soldaat Koos met zijn pantservoertuig op een landmijn rijden en geel worden (‘dan weet je dat ze doodgaan,’ zegt de begeleidende aalmoezenier geroutineerd) alsof het om soldaat Wesley of Dave in de Baluchi-vallei gaat.