Verslag / De erfenis van de schrijver

‘Ik ben geen bloem in de knop gebroken,’ zei Harry Mulisch me, eind augustus 2010, met een lichte ironie in zijn stem. Hij aanvaardde zijn aanstaande dood makkelijker dan zijn omgeving, enigszins nieuwsgierig naar wat hem te wachten stond. Vooral de dertig donkerblauwe banden waarin De Bezige Bij zijn werk heeft uitgegeven stemden hem tevreden. ‘Dat is toch wel genoeg?’ zei hij, geen antwoord verwachtend, doelend op de banden die op zijn werkkamer nog steeds in het gelid staan waarin hij ze neergezet heeft.

Op vrijdag 20 augustus belde Kitty Saal me: ze had een slecht bericht voor me. Ik kon op dat moment niet anders denken dan dat ze me wilde meedelen dat Harry dood was. Verdriet en ongeloof mengden zich. Harry zou toch minstens negentig worden? We kenden toch zijn geweldige woorden: ‘Dat ik sterfelijk ben moet eerst nog maar eens bewezen worden.’ Hij had ons toch nog een paar verhalen beloofd – en met het schrijven daarvan had hij geen haast...