Fotodocument

‘Je moet op die kleintjes letten,’ fluistert de coach ons toe als we in trainingscomplex Spartak op de worstelmat staan. ‘Alles draait om techniek in hun spel, ze hebben nog weinig spierkracht ontwikkeld.’ Als katten sluipen de jongetjes om elkaar heen, met hun handen tasten ze elkaar voorzichtig af. Dan springen ze op elkaar en rollen over de grond. Als de schouder maar niet de grond raakt, het kluitje maar niet buiten de cirkel rolt. Ademloos kijken de klasgenoten toe. Soms blijven de twee seconden lang in dezelfde pose, één plat op de grond, de ander trekkend aan een been, een arm, in een poging beweging in de tegenstander te krijgen. Dan rolt het weer verder tot de scheidsrechter de twee ontwart en één tot winnaar uitroept.

We zijn in Khazavjoert, worstelhoofdstad van de wereld, op de grens van Dagestan en Tsjetsjenië. Buiten lopen mannen met bivakmutsen en geweren rond, in dit gebied is al maanden de noodtoestand van kracht.

Legendarische sportscholen

Als een...