adeaumoeder, plusouder, halfmamma, aanleunmoeder, derde ouder, aanloopmoeder, reservemoeder, bij-ouder, krijgmamma, bonusmoeder – er wordt van alles bedacht om het woord ‘stiefmoeder’ te vermijden. Want de stiefmoeder is de boze echtgenote van de vader, een ongenode gast die met haar regels en verboden de stiefkinderen tot wanhoop drijft, die alle aandacht en liefde van de vader opeist, die de kinderen verdringt en de erfenis inpikt, kortom: een vrouw die je liever kwijt bent dan rijk.

In het boek De bonusmoeder, dat dinsdag 13 april wordt gepresenteerd tijdens een ‘Stiefmoederdebat’ in het Amsterdamse debatcentrum De Rode Hoed, vertellen stiefmoeders over de, meestal moeizame, manier waarop ze een positie hebben verworven in hun nieuwe gezin. Op eieren lopend, als egeltjes zo voorzichtig – want al wordt in sprookjes beweerd dat een stiefmoeder per definitie een boze stiefmoeder is, in de praktijk is ze heel vaak een vrouw die erg haar best doet en te weinig ruimte voor zichzelf...