Beeldende kunst

Oorlog inspireert. Nadat Francisco de Goya y Lucientes in het voorjaar van 1808 afreisde naar Zaragoza om het verzet van de Spaanse guerrilla’s tegen Napoleon vast te leggen, begon een van zijn creatiefste periodes. In talloze schilderijen en etsen legde Goya zijn indrukken van de belegerde stad vast, met als hoogtepunt Los Desastres de la Guerra, een tachtigdelige etsreeks die tot op heden geldt als een van de sterkste anti-oorlogsdocumenten.

Goya voorzag de beelden – lynchpartijen, verkrachtingen – van onderschriften: ‘Ik heb dit gezien,’ bij een groep belaagde vrouwen en kinderen. ‘En dit ook,’ bij een groep vluchtende oorlogsslachtoffers. Voor Goya fungeerden de bijschriften als uitroepteken, maar ook als stempel van authenticiteit. Dit waren geen willekeurige ervaringen, het waren zijn ervaringen.

Tegenwoordig oogt zo’n bewijs van waarachtigheid wat ouderwets. Authenticiteit is zo vaak ingezet als marketingstrategie – ‘waar gebeurd!’ – dat ze veel van haar...