Eerst is er de opwinding en het ongeloof, de wonderlijke sensatie dat de wereld op z’n kop staat en dat even alles mogelijk lijkt; al snel daarna het ontnuchterende besef dat niets meer functioneert, dat alles wat bekend was – gehaat misschien, maar wel vertrouwd – is weggevaagd en dat daarvoor in de plaats het grote gissen is gekomen.

En dan zit ik nog gewoon op m’n eigen bank, vanwaar ik de Egyptische revolte digitaal ontvang. Zelfs op deze comfortabele afstand maken zich allerlei conservatieve instincten in me los. Stel je voor: de politie is de politie niet meer, maar blijkt vervangen door een stel doorgewinterde criminelen die als eerste zelf hun slag slaan. Er valt geen geld op te nemen, geen brood te kopen, de buren van boven zijn plotseling met de noorderzon vertrokken, en van vriend M. is al dagen niets meer gehoord. Je leeft op een dieet van geruchten en vermoedens, maar niets staat vast; en de staatsmedia blaten verder alsof er niets gebeurd is, om het geheel nog...