Reportage / Lezen achter het stuur

We staan op standplaats Apollolaan, tegenover het Hilton Hotel in Amsterdam-Zuid. Als een ware voordrachtskunstenaar declameert Jacob Prins, zittend in zijn zwarte Audi A6, uit het hoofd het gedicht ‘Verstoteling’ van Jan Jacob Slauerhoff:

‘Ik voel mij vanbinnen bederven

Nu weet ik waaraan ik zal sterven

Aan de oevers van de Taag

Aan de gele afhellende oevers

En er is niets schoners en droevers

En het bestaan verheven en traag…’

Jacob zit al vierentwintig jaar op de taxi en heeft in die tijd een bibliotheek leeg gelezen. Zijn letterlust ontstond al in de jaren daarvoor, toen hij nog op zee voer. In de verloren uurtjes ging hij naar de scheepsbibliotheek: ‘Daar vond ik onder andere Slauerhoff, die was scheepsarts, vandaar, en ja, ook naamgenoot.’ Wat hem zo aansprak in Slauerhoff? ‘Het is die enorme droefgeestigheid die uit zijn poëzie spreekt, die onmogelijke liefde voor dat meisje in Friesland, en Portugal, en weet ik wat. Die droefgeestigheid...