Schilderkunst / Alfred Stevens in het Van Gogh Museum

Ergens rond 1855 vond Alfred Stevens (1823-1906) zijn vorm. Toen stopte hij met het maken van sociaal-realistische doeken vol bedelaars en zwervers en begon hij gedetailleerde genrestukken te schilderen van de Parijse bourgeoisie – taferelen waarop ze in hun dagelijkse bezigheden te zien zijn. Dat was een slimme zet. Stevens oogstte er succes mee op de Parijse salons, won medailles en vergaarde een fortuin. Toen de actrice Sarah Bernhardt wilde leren schilderen, ging ze bij hem in de leer.

Ook artistiek waren de doeken een triomf. Door societyschilderkunst te combineren met het genrestuk creëerde Stevens een nieuw genre, en effende hij, als u het me toestaat te chargeren, de weg voor een hele generatie Frans-Amerikaanse portretschilders. Die societyschilderkunst is altijd een van de dode hoeken van het modernisme geweest. Studenten kunstgeschiedenis in Nederland leren wel de bekende modernisten Manet, Van Gogh en Cézanne, maar...