Arthur Japin is schrijver en acteur. Deze week verschijnt zijn nieuwe roman ‘Maar buiten is het feest’.

Hoe deelt u uw tijd in?
‘Tegen tien uur ga ik achter mijn bureau woorden fabriceren.

Dan breng ik mijn gedachten in een ongecontroleerde toestand waarin een storm aan beelden kan woeden, waar ik de bruikbare uitpik. De ramen staan als het ware open. Dat gaat ook door als ik even in de Albert Heijn of de sportschool ben. Mijn hoofd is een fijne plek om in te verkeren: ik ben er voor een groot deel de baas, ik vind het buitensluiten van de werkelijkheid heel aangenaam. Toen ik net begon met schrijven, maakte ik me zorgen over die warrige toestand waarin ik van alles vergat. Ik ging naar de dokter, ik vreesde dat ik dementeerde. Nu weet ik dat het door het schrijven komt, en ook weer ophoudt. Vanaf een uur of drie schaaf ik aan mijn tekst of doe ik onderzoek naar mijn personages en de tijd waarin zij leefden, bijvoorbeeld door in de schilderkunst van toen te duiken. Om zeven uur...