Na de moord op Theo van Gogh blikte Ab van Ieperen in 2004 terug op zijn filmoeuvre. ‘Waaraan ik denk bij de films van Van Gogh? Aan vrouwen, veel boeiende vrouwen.’

‘De filmmaker’ noemden ze hem, ook in de eerste, verwarde en verwarrende berichten over de moord op Theo van Gogh. En niet ’tv-persoonlijkheid’ of ‘columnist’. Terecht, voor iemand die sinds1981 vijfentwintig lange en kortere bioscoop- en televisiefilms regisseerde. En toch verbazend, want het rumoer en de commotie die ontstonden rondom zijn films bleken altijd omgekeerd evenredig aan de uiteindelijke interesse van een kaartjes kopend publiek.

Waaraan denk ik het eerst bij films van Van Gogh? Aan vrouwen, veel boeiende vrouwen. Niet alleen binnen Nederlandse producties zijn vrouwelijke personages meestal bijzakelijke decoratie, tenzij in de uitdrukkelijke presentatie van ‘vrouwenfilms’ volgens feministische of postfeministische school. Maar Van Gogh mag ooit in de filmannalen worden bijgeschreven als ‘de George...