Twee maanden is de yezidi-stad Sinjar nu bevrijd van IS, maar de inwoners keren niet terug. Waarom niet?

Naarmate de ochtendmist zich verdicht, wordt het stiller in de auto. Het gesprek tussen taxichauffeur Jameel Gheddo (55) en de tolk valt stil. ‘Dit is voor Daesh de perfecte situatie om te infiltreren,’ zegt Gheddo. De tolk zegt dat hij zijn pistool heeft meegebracht: ‘Want ik moet jullie verdedigen.’ Dat bepaalt de stemming in de auto onderweg naar de yezidi-hoofdstad Sinjar, die eind vorig jaar werd heroverd op de islamitische groep IS, of Daesh, zoals ze hier zeggen. Maar ver zijn de IS-strijders nog niet: als de mist optrekt, is vanaf de berg Sinjar met het blote oog het dichtstbijzijnde dorp te zien waar ze zitten, op hooguit tien kilometer van de in puin geschoten stad. En door de mist is de snellere route naar Sinjar, langs de voet van de berg, te gevaarlijk.

Gheddo heeft de afstand tussen Sinjar en de Koerdische regio van Irak vele honderden keren afgelegd. Hij...