Er zijn kleine problemen, grote problemen en problemen die groot genoeg zijn om voor zichzelf te zorgen, en het afgelopen halfjaar is duidelijk geworden dat de bankensector zich in de laatste categorie bevindt. Om die reden worden niet alleen over de hele wereld maatregelen genomen om banken op korte termijn overeind te houden, maar wordt tegelijkertijd nagedacht over het bankensysteem na de crisis. Dat gebeurt internationaal – vorige week rapporteerde de commissie-Larosière aan de Europese Commissie – en nationaal. Hier broedt de Nederlandse Vereniging van Banken op het onderwerp.

De kern van het probleem met grote banken – dat is de les van de afgelopen maanden – is dat het geen echte ondernemingen zijn. Ze lijken op ondernemingen, gedragen zich in normale tijden ook als ondernemingen, maar als het puntje bij paaltje komt kunnen ze niet failliet gaan. En dus zijn het geen ondernemingen. Alleen kleine banken – die mogen omvallen zonder grote repercussies voor de rest...