Plotseling staan ze daar, net buiten Aleppo, en wij rijden recht op hen af. Drie regeringsmilitairen. Op een plek waar volgens de rebellen nooit meer soldaten te zien zijn, al is het voor de deur van een opleidingscentrum van het leger van Assad. ‘Die militairen durven de poort niet uit, hebben zichzelf daar opgesloten,’ beweerde iedereen, maar dat was wishful thinking.

We naderen de militairen. Ze hebben semi-automatische wapens in de hand en staan naast hun legertruck, midden op de andere rijbaan. Voor een afweging wat te doen, is het te laat. Als we nu keren, worden we zeker achtervolgd of meteen beschoten. Er is geen andere oplossing dan gewoon doorrijden.

Terwijl chauffeur Allahedine zo neutraal mogelijk kijkt, duik ik diep weg in het vrijwel lege minibusje. Als we de Assad-militairen passeren, kan ik nog net zien waarom ze hier staan: hun truck heeft pech. Een militair kijkt onder de motorkap. Wellicht zijn zij ook bang.

In plaats van gespannen, rijden we nu ineens opgelucht...