Reportage / Verdeeld Rwanda / Vijftien jaar na de genocide

Als we over planken glad van natte modder Oeganda uit glibberen, geeft Madeleine (57) me ter ondersteuning haar hand. Ze is Rwandese, maar twee van haar kinderen studeren in de Oegandese hoofdstad Kampala. Na een bezoek aan hen lift ze mee naar Kigali, terug naar huis.

We komen aan bij de Rwandese grenspost op asfalt, strak en aangeveegd. De straten met kraters liggen achter ons. Deze week zal ik cruisen over spiegels van wegen, met plantsoenen vol bloemen en een stoep voor de voetgangers. Dit is brave new Rwanda.

Rwanda is een land aan kant. In alle klinieken zijn dokters en medicijnen. Die behandelen de armen voor tien procent van de kosten. Schoolklassen hebben stoelen, banken, boeken en zelden meer dan vijftig kinderen. Brommertaxichauffeurs zijn gekleed in het groen, met een nummer op hun jas en helmen – ook een voor de passagier. Autowrakken mogen de weg niet op en mensen zonder schoenen de stad niet in. Plastic...