zo’n verzetsstrijd moet beslist heel meeslepend zijn: in het diepste geheim breng je de vijand slag op slag toe, en alleen al het beramen van overvallen en sabotageacties moet de deelnemers het gevoel geven dat ze niet machteloos zijn, maar weerbaar. Maar bij al dat moois horen ook de rotklusjes. Wie in het geheim verzet pleegt, heeft een kring van getrouwen om zich heen, en de vraag is: is mijnheer A. wel de man die hij zegt te zijn, speelt mevrouw B. geen dubbelrol? Alles voor de strijd, uiteraard, en dus moeten er ook mensen uit eigen kring uitgeschakeld worden als het vermoeden bestaat dat zij niet helemaal of zelfs helemaal niet te vertrouwen zijn.

De net overleden Atie Visser was zo’n verzetsheldin die tijdens de oorlog overvallen pleegde op distributiekantoren; met de buit werden ondergedoken Joden geholpen en andere Nederlanders die het nodig hadden. Dit is allemaal nog volgens het romantische boekje. Maar een jaar nadat die bezettingsoorlog geëindigd was, schoot...