Dankzij Stephan Enters complexe persoonlijkheden mondt de internetdate-hel uit in een échte, ontroerende liefdesgeschiedenis.

Het is even wennen om Stephan Enter (1973) als auteur van klassieke snit, die uiterst verzorgd Nederlands schrijft en daarbij het gebruik van leenwoorden uit vreemde talen zorgvuldig vermijdt, bovendien een schrijver die in zijn verhalenbundel en romans getoond heeft dat het hem om universalia gaat, voortspruitend uit de menselijke natuur, om dus dit wat ouwelijk overkomend, ontegenzeglijk literair talent, wars als hij is van modieuze fratsen of strevingen die – ik chargeer – nog geen opgeld deden in de jaren vijftig van de vorige eeuw, zich in zijn vierde roman Compassie te zien vermeien in de modernige hel die internetdaten heet.

Enters tegen de veertig lopende, in Utrecht woonachtige hoofdpersoon Frank, econometrist en musicoloog, heeft na een aantal affaires die stap gezet. Hij voelt zich als een kind in de snoepwinkel, met onbeperkt budget. Hij...