Jeugdtrauma is een groot woord, maar vooruit, ik was zestien en vond het extreem onrechtvaardig toen mijn ouders besloten om de gezellig-chaotische etno-cocktail van Amsterdam-Oost te verruilen voor Diemen-Zuid, en ik met hen mee moest, als de laatste thuiswoner van hun vijf kinderen. Diemen-Zuid… Wat had een zestienjarige daar in vredesnaam te zoeken? Het zou nog jaren duren voor ik erachter kwam dat ik die uithoek handig in een pick-up line kon verwerken, zoals Lange Frans en Baas B aantoonden (‘Jij moet mee naar Diemen-Zuid / want je ziet er lekker uit’), maar toen was ik er allang weer vertrokken.

Tot dan toe moest ik er zien te overleven. Ik werd zeventien, achttien, en toen ik net negentien was, mocht ik voor het eerst mijn democratisch stemrecht doen gelden. Maart 1998: gemeenteraadsverkiezingen. Geestdriftig zette ik me aan het lezen van de Amsterdamse verkiezingsprogramma’s van in elk geval GroenLinks, SP en PvdA, want dat het iets links moest worden was me wel...