Na decennia van debat kunnen zwaarverslaafden sinds 2001 worden behandeld met medicinale heroïne. De overheid die junk met junk bestrijdt, hoe gaat dat in zijn gang? En hoe is het nu met de deelnemende verslaafden?

Op een bankje aan het Anton de Komplein in Amsterdam-Zuidoost zit Eric: mager, vale kleren, hoekig maar vriendelijk gezicht, een flesje bier in zijn hand. Ik herken hem meteen. Hij hing twintig jaar geleden vaak rond bij café ’t Schuim in de Spuistraat en vroeg dan altijd heel beleefd om vijftig cent. De ‘zeurjunk’, noemden we hem wel. Het bankje ligt aan de looproute van en naar de heroïneverstrekkingspost achter het politiebureau op het plein. Collega-verslaafde Maxim komt er net vandaan, hij loopt moeizaam want zijn heup is versleten. Zijn pupillen zijn piepklein, hij is lekker stoned, zegt hij. Op zijn pols zit een wit pleistertje. Het zonnetje schijnt. Er komt een busje aanrijden. Twee mannen stappen uit. Ze hebben een hogedrukspuit waarmee ze het...