Er waart een taboe door dit land. We spreken er niet over, want dat heeft geen zin. Zo zat dat vroeger met taboes: die waren groter dan het leven en lieten je achter in machteloos zwijgen. In Rusland kreeg de beer een cryptische omschrijving: ‘de honingeter’. Iedereen wist wie er bedoeld werd. Hij at niet alleen maar honing. De mensen sloten zich op in hun hutten en hoopten er het beste van. Hier verscholen de Limburgers zich voor de Bokkenrijders, die niet op bokken reden, maar gewoon nietsontziende rovers waren. Er viel geen redelijk woord mee te wisselen, dus wachtte je lijdzaam je beurt af.

Zoals nu. We zijn allemaal afhankelijk van hufters waar geen redelijk woord mee te wisselen valt. U weet best wie ik bedoel. We wachten het af, het hoofd geduldig gebogen, tot ze met hun geroutineerde bitsheid de hoorn opnemen: ‘Telfort klantenservice, met Sharida, waar kan ik u mee helpen.’ Ze liegt, ze wil niet helpen. In haar script staat dat ze ‘u’ en ‘mevrouw’ moet zeggen maar dat ze zo...