Roman

Een bureau Gevonden Voorwerpen, van de Spoorwegen, in een Duits stadje. Daar gaat Henry Neff (24) werken. Niet om rijk te worden of om carrière te maken; hij onderscheidt zich van veel van zijn leeftijdsgenoten door daar geen behoefte aan te hebben. Dat zet de toon voor dit boek, met zijn impliciete boodschap: hoe minder een mens zich conformeert aan het courante model van streefzucht en domme massa-idealen, hoe beter. Zo’n keus voor een afwijkende levensopvatting brengt in de dagelijkse praktijk pijnlijke momenten van confrontatie met zich mee. Lenz beschrijft ze in een droge en heldere stijl. De redelijke individualist krijgt te maken met stompzinnige, concrete bedreigingen door agressieve motorfreaks. Zijn buitenlandse vriend wordt pijnlijk geconfronteerd met schampere xenofobie. En dan is er nog de dreiging van personeelsbeperking.

Siegfried Lenz, ‘Bureau Gevonden Voorwerpen’, vertaling Gerrit Bussink, Van Gennep, 217 p., € 17,90