Shalom Auslander schreef over zijn worsteling met de genadeloze God van de orthodoxe joden. ‘Op een dag gaat Hij mij goed te grazen nemen.’

‘Toen ik acht was, kende ik al twaalf verschillende benamingen voor God. (…) Hashem, El, Adonai, Shaddai, Hij Die Vol Genade Is, Hij Die Snel Kwaad Wordt, de Heilige Geest, de Goddelijke Aanwezigheid, de Rots, de Verlosser, de Bewaker Van De Werelden, Hij Die Was, Hij Die Is, en Hij Die Altijd Zal Zijn Wat Hij Is.’ Emotionally fucked up, dat is hoe de Amerikaanse schrijver Shalom Auslander (1972) zijn huidige geestesgesteldheid omschrijft. Hij groeide op als outsider in een orthodox-joodse gemeenschap in het stadje Monsey, iets boven New York. Zijn onlangs verschenen boek Foreskin’s Lament (in het Nederlands vertaald als Klaaglied van een voorhuid) is het relaas van zijn streng gelovige jeugd en zijn schermutselingen met de onverbiddelijke, gewetenloze en gewelddadige God van de orthodoxe joden.

Op een regenachtige...