Als je veel schrijft over de meest waanzinnige technologiebedrijven, wil je soms ook graag meedoen.

Toen ik zestien was, begon ik samen met een vriend het bedrijfje The Gadget Company. Via internet kochten we allerlei gadgets (radiografische helikopters, leugendetectors, dat werk) bij fabrikanten in China. Vervolgens verkochten we het spul via onze webwinkel. Na schooltijd fietsten we met volle Dirk-tassen naar het postkantoor om pakketten te versturen naar klanten.

Het webwinkeltje draait nog steeds, en in al die jaren hebben we meer dan een miljoen euro omgezet. Veel ben ik er niet meer mee bezig, want mijn leven ziet er iets anders uit. Maar ik heb wel aandelen in het bedrijf. Dat gaat eigenlijk in tegen een basisregel uit de journalistieke ethiek: je mag niet investeren in bedrijven uit de industrie die je beschrijft. Dat zou (schijn van) belangenverstrengeling opleveren.

Michael Arrington heeft mijn probleem in het groot. Hij is voor internetbedrijven in Silicon Valley wat...