Roman / J.M. Coetzee

De kinderjaren van Jezus telt zoveel filosofisch angehauchte gesprekken, verhalen met een hoog gelijkenis-gehalte, verhaalgegevens die symbolisch bedoeld lijken, kortom voer voor interpreten, dat we niet moeten vergeten dat J.M. Coetzees nieuwe roman eerst en vooral een verhaal is. Niet eens een complex verhaal, al is Coetzees universum hier verstoken van vertrouwd houvast uit ónze wereld.

Dat het verhaal in Spanje speelt blijkt uit de taal en de aanduiding van enkele gewesten daar. Maar verder is het, conform Coetzees literaire strategie, vervreemding troef. De hij-persoon, vanuit wie het verhaal verteld wordt, heet Simón en is vertrokken naar een ander land. Bij aankomst heeft hij een nieuwe identiteit gekregen, hij gaat nu door het leven als vijfenveertigjarige. Misschien is hij jonger, maar ook elders in de roman wordt hij el viejo genoemd. Tijdens de bootreis heeft hij een jongetje ontmoet dat nu als vijfjarige onder de eveneens bijbelse naam David door...