Woedende mensen zeggen nare dingen. Meestal is het weinig verheffend wat er zoal uit hun mond komt. De gebruikelijke vloek- en scheldwoorden, aangevuld met bepaalde op het object van hun woede toegesneden aantijgingen. Beledigingen lichten een eigenschap van de te kwetsen persoon eruit, waardoor die eigenschap omgevormd wordt tot een moker of een steekwapen. Elke man die beledigd moet worden is dan vanzelf een klootzak, elke vrouw een kutwijf. Voornoemde scheldwoorden zijn zo generiek en clichématig dat ze nauwelijks steekkracht hebben. Wie op deze manier wordt uitgescholden, ziet zich geconfronteerd met stompe (stompzinnige) woede, iets wat net iets makkelijker afglijdt dan een specifieke belediging. Hoe specifieker, hoe doeltreffender.

Toch ontstijgen ook specifieke beledigingen zelden het clichéniveau. Degene die uitscheldt heeft genoeg aan stating the obvious. Je hoeft alleen maar op minachtende toon aan te stippen dat iemand oud, dik, bepukkeld, kaal is of mank loopt en...