Non-fictie

Als er één gezonken cultuurgoed is dat vroeger exclusief voor kenners was weggelegd en tegenwoordig aan Jan en alleman ter beschikking staat, is het wel de erotische literatuur. In O vermiljoenen spleet beschrijft Bart van Loo, francofiel, haar geschiedenis, vanaf de twaalfde eeuw tot nu.

Het is, op wat Angelsaksische en Italiaanse uitzonderingen na, een vrijwel volledig Franse affaire, te meer omdat Van Loo de klassieken buiten beschouwing laat. Frankrijk, het land van middeleeuwse en renaissance-erotiek, van de libertijnen in de achttiende eeuw, en van de erotomanen in de negentiende eeuw, staat model voor de opkomst en neergang van de geschreven erotiek. Haast onuitputtelijk is de lijst van namen die Van Loo je voorschotelt, van de schrijvers van hoofse romans als de Roman de la Rose, via drekdichters als François Villon en Claude le Petit naar de geparmufeerde verleidingskunsten van Choderlos de Laclos en het grenzeloze sadisme van De Sade, en dan verder naar...