28-02-2009
Door Rudie Kagie

Toen Saskia van Essen (nu negenenveertig) acht jaar geleden iets moois kreeg met Bob de Ruiter (nu eenenvijftig) waarschuwde ze bij voorbaat dat haar grillige karakter hem voor onaangename verrassingen zou kunnen plaatsen. Ze flapte het er zomaar uit toen ze verliefd hand in hand over de hei wandelden. Het begon met een romantische observatie van het landschap: ‘De tijd heeft geen vat gekregen op dit gebied. In de Middeleeuwen zag het er hier vast ook al zo uit.’ Op zijn vraag of ze graag in het riddertijdperk had willen leven, volgde een beklemmende bekentenis: ‘Nee, absoluut niet. In die tijd werden mensen zoals ik opgesloten in een kelder.

Levend begraven. In de Middeleeuwen wist men geen raad met mensen zoals ik.’ Saskia was, zei ze, behept met een bipolaire stoornis; ze was manisch-depressief. Bob wist niet direct wat hij zich bij die kwaal moest voorstellen, maar inmiddels geldt hij als een ervaringsdeskundige op dit gebied. De...