Zonder de Salinger-cultus zou een publicatie als ‘Mijn jaar met Salinger’ weinig bestaansrecht hebben. En ja, we komen aan onze trekken. De memoir ontroert, maar toont ook de donkere kant van de doorgeschoten verering van een schrijver.

‘We moeten het over Jerry hebben,’ zegt de bazin van het eerbiedwaardige literaire agentschap in 1996 tegen haar nieuwe, drieëntwintigjarige assistente, die net van de universiteit komt en van toeten noch blazen weet. Jerry? Dat zegt Joanna Rakoff niks, die in haar getuigenis Mijn jaar met Salinger (My Salinger Year) haar toenmalige ik als een enorme ingénue opvoert. Jerry Seinfield soms? Maar, bedenkt Rakoff, televisiekomiek Seinfield is vast geen klant van dit chique agentschap, dat het in het digitale tijdperk nog zonder computer stelt.

Jerry staat dan ook voor J.D. Salinger. In die tijd een schrijver van wie Rakoff nog geen letter gelezen had – nou ja, ze kende de titels. Dat kon ook niet anders, want Salinger was een levende...