Met Ruw levert Marie Kessels haar zevende en beste boek af. Maar ondanks het meeslepende begin blijft haar werk alleen geschikt voor fijnproevers: ze schrijft hoog-literair, verzorgd, erudiet proza dat geconcentreerd en traag lezen vereist. Vermoeiend, maar de moeite waard.

Vorm gevonden

Onverwacht direct en weinig zachtzinnig forceert Marie Kessels (Nederweert, 1954) met haar zevende boek Ruw toegang tot de belevingswereld van de lezer. We bevinden ons midden in een verhaal dat meteen aanknopingspunten biedt omdat we ons de benarde situatie van de hoofdpersoon feilloos kunnen voorstellen. Haar ik-verteller Gemma heeft namelijk kort geleden een zwaar ongeluk gehad: de deur van een op de stoep geparkeerde vrachtwagen is in haar gezicht geslagen, waardoor ze het zicht in beide ogen is verloren. ‘Botsplinters van mijn voorhoofdsbeen hebben aan allebei de kanten de oogzenuw doorgesneden, niets meer aan te doen.’

Onverwacht direct, zei ik. Want met Kessels’ vorige twee...