27-10-2007
Grijs

De eerste keer ging ik met een bus van Helsinki naar Leningrad. Ik legde voorin bij de chauffeur het paspoort van mijn vriend Juha. De Sovjet-douane telde onze koppen en passen, stak een doos met onduidelijke inhoud in zijn zak, en liet ons doorrijden.

Leningrad zag eruit alsof de moffen die slag om Sankt-Petersburg gewonnen hadden. Geen huis was heel. Op de markt waar de Finnen hun spullen verkochten, was verder niets te koop. Finland had de oorlog verloren. De Russen hadden een stuk zeekust links van Helsinki geannexeerd, maar in dat jaar 1953 zag ik in Finland niet de honger en ellende die ik in Rusland zag.

De tweede keer ging ik met de UNESCO naar Moskou. Alle wetenschappers wilden een afspraak maken en eenmaal op je kamer wilden ze roebels voor dollars wisselen. Twee wiskundigen van het VINITI lieten me een computerprogramma zien dat Rus­sische zinnen ontleedde. Ik wees ze op een foutje. Ze verbeterden het op hun papier. Ze bekenden dat op hun instituut...