Interview Pieter Boskma

Het duinpad slingert richting zee. Een stuk van het pad voert tussen de bomen door, duineikjes en berken die op een paar meter hoogte naar elkaar toe groeien. Het pad lijkt een tunneltje. ‘Hier was het,’ zegt Pieter Boskma. Met wijde armen doet hij voor hoe hier vorig jaar een havik op hem af kwam vliegen. ‘Een havik, dat is groot hoor! Hij vloog precies op ooghoogte. Hij kon niet weg, vanwege die bomen. Ik was verrast dat hij hier terecht was gekomen, meestal zie je hem hoger in de lucht.’

Dagelijks loopt de dichter door het Noordhollands Duinreservaat, al jaren. Vroeger vaak met Monique, zijn vrouw, sinds haar dood meestal alleen. Veel van dit landschap en de fauna die je er kan tegenkomen, is doorgedrongen in Boskma’s gedichten. De havik zal zijn opwachting maken in het op stapel staande Doodsbloei, een verzameling van niet minder dan 253 gedichten, geschreven nadat de borstkanker het van Monique had gewonnen, in augustus 2008. Boskma noemt de nieuwe...