‘Hoog aan de wind’ is een boek dat uit deemoed geboren lijkt. Deemoed met de wanhopige uitgever die eindelijk weer eens centjes wil zien en de succesvolle schrijver smeekt: toe, Thomas, heb je niet nog ergens wat verspreid materiaal liggen, waar we een leuk boekje van kunnen maken? En ja hoor, Rosenbooms in drieëntwintig jaar tijd, vanaf zijn verhalendebuut tot heden, her en der gedeponeerde creatieve keuteltjes worden aldus uiterlijk gepimpt tot een ‘echte Rosenboom’. Fraai gebonden, met schutblad, prettige letter, al tezamen 255 pagina’s – dankzij een curieuze kunstgreep: de bundel bevat het eerder in Rosenbooms debuut gepubliceerde verhaal ‘De jongen met de viool’.

Minder fortuinlijk is het ontbreken van inhoudelijke urgentie bij deze collectie. Er had scherper gekozen moeten worden. Dan maar een minder dikke Rosenboom. Natuurlijk, de verhalen en fragmenten zijn van het keurmerk Thomas Rosenboom en dat zou genoeg moeten zijn. Dat ís ook genoeg als we spreken...