Zelden zo ambivalent tegenover iemand uit het politieke circuit gestaan als tegenover Jan Marijnissen. Alle lof die ­vorige week over hem werd uitgestort lijkt me terecht: briljant debater, ervaren parlementariër, man met een goed gevoel voor wat er leeft onder buschauffeurs, verpleegsters en postbodes. Toch heeft de dirigistische manier waarop de tovenaar uit Oss zijn partij leidde me altijd tegengestaan.

Waarom ik daar zo zwaar aan til? Waarschijnlijk omdat ik in mijn studententijd een paar jaar lid ben geweest van de CPN, een partij die in veel opzichten als voorloper van de SP kan gelden. Beide groeperingen ontfermden zich over de onderkant van de samenleving en stelden zich daarbij uiterst militant op: geen staking of demonstratie of er werd steun voor uitgesproken. Beide clubs hadden een tijd lang geflirt met het gedachtengoed van Marx, Engels en Lenin, maar stelden zich nu constructief op tegenover de parlementaire democratie. So far, so good. Je moest alleen niet de...