Met twee buurvrouwen stond ik op de rommelmarkt in Wahlwiller. Giechelend sorteerden we onze miskopen en hopeloze voornemens op een kraam. De jaren negentig kwamen weer helemaal terug: kruimeldief, aerobics, George Michael, gezichtsbruiner. Je komt nog eens iets van elkaar te weten. Rommelmarkten zijn sowieso uitstekende observatieposten. Je nestelt je in een stoeltje, thermos erbij, chocoprins, en staren maar. Je ontdekt patronen. Zo gebeurde het vier keer dat een vrouw haar man naar voren duwde om een koffiekopje te kopen. Elke keer ging het maar om eentje, omdat al die mannen thuis precies zo’n boerenbont kopje gebroken hadden. De vrouwen wezen het aan, maakten de schande hardop kenbaar en dan moesten die mannen hun portemonnee trekken. Vier verschillende stellen! Ook rond het boek Klussen voor Dummies herhaalde zich een vaudeville: man probeerde door te lopen, vrouw schreeuwde: ‘Henk, (Rob, Jaap, Theo) iets voor jou?’ Mijn zorgen over de gekoeioneerde Nederlandse goedzak (VN...