Wijnand Duyvendak maakte schoon schip met zijn actieverleden in een boek waarin
hij zijn werdegang van beroepsactivist tot steunpilaar van de parlementaire democratie zelfkritisch onder de loep nam. Jammer alleen van dat persbericht van zijn uitgever.

Joschka Fischer sloot zich op zijn negentiende bij de linkse studentenbeweging in Frankfurt aan. Als commandant van de groepering Revolutionärer Kampf kraakte hij leegstaande panden en leidde hij protestdemonstraties die niet zelden in gevechten met de politie eindigden. Fischer stond aan het hoofd van de Putzgruppe (afkorting voor Proletarische Union für Terror und Zer­stö­rung) die met helmen en knuppels uitgerust agenten te lijf ging. Bij een demonstratie in mei 1976 raakte een van die agenten levensgevaarlijk gewond. De oorzaak: een molotovcocktail die de Putzgruppe naar hem had geworpen. Even later betuigde Fischer spijt over het geweld dat hij had gebruikt. Hij bekeerde zich tot het parlementarisme en richtte – samen...